Ziekte
Er zijn diverse ziektes waarmee konijnen te maken kunnen krijgen. Hieronder lichten we enkele veelvoorkomende ziekteverschijnselen bij konijnen uit. Verdenkt u uw konijn ervan een van deze ziektes te hebben? Neem dan altijd even contact op voor een afspraak.
Virussen
Er zijn twee virusziekten die vaker voorkomen bij konijnen:
- Myxomatose. Dit virus kan door stekende insecten worden overgebracht. Bij het klassieke beeld ontstaan er verdikkingen en pseudo-tumoren (de myxomen) op de kop. Dan zwelt de kop in zijn geheel op. Ook de regio rond de anus en genitalien kan aangetast raken. Vaak worden de processen geïnfecteerd door bacteriën. De ziekte heeft een dodelijk verloop. Vaccinatie start vanaf de leeftijd van 5 weken en beschermt één jaar.
- RHD-1 (Rabbit Haemoragic Disease type 1 oftewel Virale haemoragische konijnenziekte). Het virus komt veel voor bij wilde konijnen. Veelal kent deze ziekte een snel verloop en sterven de konijnen zonder dat verschijnselen opvallen binnen 1-2 dagen. We kunnen soms bloederige neusuitvloeiing en ademhalingsproblemen zien. Er is geen behandeling mogelijk. Genezen dieren hebben een immuniteit gedurende 6 maanden. Vaccinatie geschiedt elk jaar en start vanaf 5 weken en beschermt 1 jaar
- RHD-2 (Rabbit Haemoragic Disease type-2). Zelfde ziekteverloop als RHD-1, maar het kan wat langzamer gaan, ongeveer tot 3-5 dagen voordat ze doodgaan. Gelukkig bestaat er een goed vaccin, namelijk Filavac KC + V. Dit kan gebruikt worden vanaf 10 weken leeftijd en geeft 1 jaar bescherming.
Ter preventie voor beide virussen kunt u uw konijn bij ons laten enten met één vaccin. Dit vaccin, nobivac Myxo-RHD, is zodanig innovatief, dat de immuniteit minimaal een jaar duurt. Dus gunstig zowel voor u als voor uw konijn.
Kom langs wanneer u het uitkomt! Wel raden wij aan om uw konijn jaarlijks te vaccineren voordat de insecten actief zijn, dus vóór april.
Parasieten
In de darmen of galgangen komen nog wel eens parasieten voor. Verschijnselen variëren van vermageren en/of diarree tot plotselinge sterfte. De diagnose wordt gesteld door mest te onderzoeken. Behandeling geschiedt door het toedienen van Sulfa-preparaten. Preventie: goede hygiëne, zorg dat het hok droog blijft.
Soms wordt de lever aangetast door migrerende larven van de hondenlintworm (Cysticercose). Dit komt vooral voor als ze gevoerd worden met gras van plaatsen waar honden worden uitgelaten. Er is helaas geen behandeling mogelijk.
Mijten kunnen bij het konijn in de huid en in de oren voorkomen. Verschijnselen in de oren: droge korsten, die gepaard gaan met jeuk. Op de huid vaak kale jeukende plekken en schilfering. Behandelen kan door het aanbrengen van stronghold op de huid. Bij erg onstoken oren kan je locaal de oren met zalf behandelen. Ook de omgeving moet goed gereinigd worden.